Hoeveel moet een kat drinken?

Het zal je vast opgevallen zijn dat katten eigenlijk niet heel veel drinken. Katten zijn van origine woestijndieren, waardoor ze over het algemeen relatief weinig water nodig hebben. Dit betekent overigens niet dat ze zonder water kunnen. Vocht blijft erg belangrijk en te weinig hiervan kan zorgen voor gezondheidsproblemen. Maar wat is dan normaal? Hoeveel moet een kat drinken?

Een kat moet per dag ongeveer 40 tot 60 ml per kg vocht binnenkrijgen. Dit is overigens per kat verschillend en de aantallen kunnen hier ook onder of boven liggen. De precieze hoeveelheid vocht hangt onder andere af van de gezondheid van een kat, de temperatuur van de omgeving, maar ook het waterverlies in de ontlasting en urine. Het zal tevens samenhangen met de voeding die een kat krijgt. Zo krijgt de ene kat enkel brokken, de andere enkel natvoer en weer een andere zal een combinatie van beide krijgen. Het gemiddelde komt in ieder geval neer op 50 ml per kg per dag.

Een kat drinkt over het algemeen niet veel, ondanks dat hij, net zoals wij, grotendeels uit water bestaat. Katten hebben water (of vocht) wél nodig om te overleven, maar er zijn helaas situaties waarbij een kat te weinig of zelfs te veel drinkt. Dit kan meerdere oorzaken hebben. Meer over dit onderwerp lees je in dit artikel.

Wanneer drinkt een kat te weinig?

Je zou kunnen denken dat een kat te weinig drinkt als hij onder het gemiddelde van 40 tot 60 ml per kg per dag komt. Dit is niet voor iedere kat hetzelfde, waardoor het moeilijker te meten is dan gedacht. Als je kat (veel) natvoer krijgt, is het een stuk minder zorgwekkend wanneer hij minder drinkt dan een andere kat die enkel brokken krijgt. Over het algemeen bestaat natvoer voor 80% uit vocht, waardoor hij hier redelijk veel vocht uit kan halen.

Uitdroging bij een kat die te weinig drinkt

Katten die (te) weinig drinken kunnen uitdrogen of problemen krijgen met de blaas. Of een kat uitgedroogd is kun je controleren door de huid in de nek (of zijkant van de schouders) op te tillen en vervolgens los te laten. Wanneer de huid soepel terugvalt is er niet zoveel aan de hand. Als de huid heel langzaam terugzakt of blijft staan, kan dit betekenen dat je kat uitgedroogd is.

Blaasproblemen bij een kat die te weinig drinkt

Als je kat te weinig drinkt en daardoor problemen krijgt met zijn blaas, komt dit vooral doordat de urine veel geconcentreerder is en er op deze manier kristallen gevormd kunnen worden. Hierdoor kan er een blaasontsteking ontstaan. Vaak zie je dit in combinatie met een doffe vacht. Die kristallen kunnen zorgen voor een verstopping van de urinewegen. Dit komt voor bij zowel katers als poezen.

Tips voor katten die te weinig drinken

Voor katten die te weinig drinken zijn er diverse tips. Zo kun je de drinkbak beter niet naast de kattenbak en voerbak zetten. Ze drinken graag op een rustige plek. Daarnaast is het van belang dat je het water op kamertemperatuur geeft (als dit mogelijk is), regelmatig ververst en de drinkbak goed schoon houdt. Op meerdere plekken drinkbakken plaatsen, kan daarbij helpen. Soms kan een kat simpelweg vergeten om te drinken. Je kunt de drinkbakken dan op de looproutes van je kat plaatsen, zodat hij er vaak genoeg aan wordt herinnerd.

Een grotere drinkbak wordt het meest geliefd door een kat, gezien het vervelend kan zijn als de snorharen erin terechtkomen. Katten hebben bovendien de voorkeur voor stromend water. Een drinkfontein kan dan ontzettend waardevol zijn. Als je enkel brokken geeft en je kat te weinig drinkt, kan het ook schelen als je de brokken combineert met natvoer. Zo krijgt hij toch nog (voldoende) vocht binnen. Bij overduidelijke drinkproblemen is het sowieso verstandig om de dierenarts te bellen. De dierenarts kan de situatie het beste beoordelen en eventuele ziektes ontdekken of uitsluiten.

Wanneer drinkt een kat te veel?

Het zou makkelijk zijn om te zeggen dat een kat die meer dan 60 ml per kg per dag drinkt, te veel drinkt. Zo eenvoudig zit het helaas niet in elkaar. Sommige katten hebben nou eenmaal meer water (of vocht) nodig. Als een kat boven de 75 ml per kg komt, wordt het als verstandig gezien om te kijken naar de andere omstandigheden. Als een kat boven de 100 ml per kg komt, zal een bezoekje aan de dierenarts noodzakelijk zijn. Het verhaal wordt zorgwekkender als je kat ineens veel meer gaat drinken in vergelijking met normaal.

Te vaak plassen

Als je kat veel drinkt, is het logisch dat hij ook veel plast. Een kat plast over het algemeen drie keer op een dag. Wanneer dit veel vaker is, kan het een erg goed idee zijn om aan de bel te trekken. Wanneer je klontvormend kattengrit gebruikt, kun je dit makkelijk in de gaten houden. Ook veel kleine beetjes plassen is niet normaal. Je merkt vaak dat je kat dan ook gaat miauwen bij het plassen, en dat hij steeds opnieuw in en uit de bak gaat. Of dat hij zelfs buiten de bak plast.

Medische oorzaken bij een kat die te veel drinkt

Er zijn verschillende oorzaken waardoor een kat meer gaat drinken. In het artikel ‘Een zieke kat herkennen’ lees je daar meer over. Voorbeelden van oorzaken van (te) veel drinken (en veel plassen) zijn kattendiabetes, nierproblemen, leverfalen, een blaasontsteking en schildklierproblemen. Ook kan hij last hebben van een blaasontsteking.

Andere oorzaken bij een kat die te veel drinkt

Als het (te) veel drinken geen medische oorzaak heeft kan het zomaar eens zijn dat een kat zich verveelt. In dit geval heeft de oorzaak meer te maken met gedragsproblemen in plaats van gezondheidsproblemen. Behalve verveling kan een kat ook stress ervaren waardoor hij ineens meer drinkt. Het kan tevens zijn dat de voeding te veel zout of te weinig eiwit bevat, waardoor hij dorstig wordt. Daarnaast is warmte ook een oorzaak van het (meer of) veel willen drinken.

Wat te doen bij een kat die veel drinkt?

Er hoeft niet altijd iets achter te zitten als een kat veel drinkt. Het kan zijn dat jouw kat simpelweg meer behoefte heeft aan vocht dan een gemiddelde kat. Wanneer het drinkgedrag ineens verandert (zonder logische oorzaak) of je kat echt heel vaak plast, raad ik je aan om zo snel mogelijk contact op te nemen met je dierenarts. Liever een belletje te veel dan te weinig.