Wanneer kun je een kat laten castreren of steriliseren?
Een reden om je kat te laten castreren of steriliseren is om een zwangerschap en dus ongewenste nestjes te voorkomen. Als je niet van plan bent om te fokken, is het absoluut de juiste stap om te nemen. Als je inderdaad besloten hebt om het te laten doen, is het goed om te weten wanneer dan de juiste periode is. In dit artikel geef ik graag antwoord op deze vraag: Wanneer kun je een kat laten castreren of steriliseren?
Je kunt je kat laten castreren of steriliseren vanaf 6 maanden oud. Rond deze periode worden katten geslachtsrijp. Een poes zal krols worden en katers kunnen gaan sproeien. Er zijn situaties waarbij het mogelijk of nodig is om dit eerder dan 6 maanden te laten doen, vanwege vroegtijdig ongewenst gedrag. Je kunt in dit geval altijd contact opnemen met de dierenarts. Hij of zij kan jou adviseren om het wel of niet eerder te doen. Als je veel langer wacht dan deze 6 maanden, kan het lastig zijn om bepaald ongewenst gedrag nog af te leren.
Om te bepalen of het voor jou de juiste keuze is om je kat wel of niet te laten castreren of steriliseren is natuurlijk afhankelijk van de situatie. Graag vertel ik je in dit artikel meer over dit onderwerp en zal ik ook dieper ingaan op de voor- en nadelen van de ingrepen.
Verschil tussen castratie en sterilisatie
Bij een castratie verwijderen ze de geslachtshormoon producerende organen. Bij een castratie van katers zijn dit de zaadballen, en bij poezen zijn het de eierstokken. Een sterilisatie is eigenlijk heel iets anders; ze onderbreken de eileiders of de zaadleiders. In de volksmond zeggen we vaak dat we katers castreren en poezen steriliseren. In de praktijk worden zowel de katers als poezen allebei gecastreerd.
Castratie bij katers en poezen
Castratie bij katers houdt in dat beide teelballen onder (algehele) narcose worden verwijderd, door middel van een operatie. Er worden kleine sneetjes gemaakt in de balzak, waardoor de inhoud goed verwijderd kan worden. De avond van tevoren mag een kater geen eten meer krijgen. Dit is om eventuele complicaties met betrekking tot de narcose te voorkomen. De kater mag vaak de dag zelf nog naar huis en de ingreep is meestal zonder hechting, omdat de wond erg klein is en tevens om ophoping van wondvocht te voorkomen.
Bij poezen houdt een castratie in dat ze de eierstokken en eventueel de baarmoeder onder (algehele) narcose verwijderen, door middel van een operatie. Ze maken een klein sneetje in de flank of de buik van de poes. Een poes mag vanaf de avond voor de ingreep geen eten meer. Ze mag vaak dezelfde dag nog naar huis, maar er worden wel hechtingen gezet. Na maximaal 12 dagen worden de hechtingen verwijderd, tenzij het hechtingen zijn die vanzelf oplossen. Dan is het wel verstandig om alsnog voor controle langs te gaan bij de dierenarts. De term sterilisatie wordt over het algemeen vaker gebruikt bij poezen dan ‘castratie’, terwijl het eigenlijk gaat om een castratie. Zelfs dierenartsen gebruiken vaak de term sterilisatie om niemand te verwarren.
Sterilisatie bij katers en poezen
Sterilisatie bij katten is dus eigenlijk heel iets anders dan men vaak denkt. Het effect van een sterilisatie is dan ook heel erg anders dan bij een castratie. Een sterilisatie houdt in dat de zaadleiders of eileiders worden onderbroken. Bij een sterilisatie zullen de geslachtshormoon producerende organen dus niet beschadigd worden, waardoor een kater of poes nog steeds hormonen blijft produceren (die vervolgens het lichaam niet kunnen verlaten). Een poes en kater wordt op deze manier wel onvruchtbaar, maar het gedrag van de kat blijft hetzelfde als daarvoor. Daarom wordt dit eigenlijk bijna nooit toegepast bij dieren. Wanneer men spreekt over een sterilisatie bij poezen, wordt er dus eigenlijk gedoeld op een castratie.
Voordelen en nadelen van een castratie en sterilisatie
Er zijn veel voordelen voor het laten castreren van een kat. Veel katteneigenaren laten hun kat castreren om een ongewenst nestje te voorkomen. Anderen doen het (mede) om ongewenst gedrag te veranderen of voorkomen. Maar. laten we ook de nadelen niet vergeten, al wegen die vaak minder zwaar dan de voordelen. Hieronder volgt er een overzicht van zowel de voor- als de nadelen.
Voordelen castratie bij een poes
- Het weghalen van de eierstokken, en eventueel de baarmoeder, zorgt ervoor dat de poes onvruchtbaar wordt. Als je geen nestjes wilt, is dit dus een ideale oplossing.
- Krolse katten zijn erg luidruchtig. Na een castratie zal de poes niet meer krols worden.
- Poezen zijn over het algemeen makkelijker in de omgang na een castratie, zowel met andere katten als met mensen.
- Een castratie verkleint de kans op bepaalde) tumoren. Een baarmoederontsteking of cysten op de eierstokken worden helemaal uitgesloten.
Voordelen castratie bij een kater
- Een kater wordt onvruchtbaar door het verwijderen van de teelballen. Hierdoor sluit je ongewenste nestjes uit.
- Een kater wordt na een castratie minder territoriaal, waardoor hij nog zelden zal sproeien. De urine zal daarnaast minder sterk ruiken.
- Een gecastreerde kater heeft een veel kleinere kans op (seksueel) overdraagbare ziektes zoals FIV (kattenaids) en FeLV (kattenleukemie).
- Na een castratie zal een kater minder behoefte hebben om ver van huis te dwalen (mocht je een buitenkat hebben). Dit betekent een verminderde kans op gevechten met soortgenoten of op andere gevaren zoals het verkeer en vergiftiging.
- Bij twee katers in huis kan een castratie ervoor zorgen dat ze minder met elkaar zullen vechten.
- Gecastreerde katers zijn over het algemeen makkelijker in de omgang (minder agressief en/of dominant gedrag).
Nadelen castratie
Een nadeel kan zijn dat elke operatie onder narcose risico’s met zich meebrengt. Deze ingreep wordt gelukkig ontzettend vaak succesvol uitgevoerd. Niet alleen de ervaring in deze ingrepen, maar ook het ontwikkelde apparatuur voor dergelijke operaties, zullen de risico’s heel erg verkleinen.
Verder kan de vacht gaan verkleuren op de plek van de ingreep en is er kans op gewichtstoename en zelfs overgewicht. De normale hormoonhuishouding verandert na een castratie, zo zullen onder andere de stofwisseling en de energiebehoefte veranderen. Vaak zie je dat een gecastreerde kat een verminderde stofwisseling krijgt en een toegenomen eetlust ontwikkelt waardoor hij hetzelfde of zelfs meer gaat eten. Dit kun je voorkomen door zo snel mogelijk aangepast dieetvoer te geven, het liefst zelfs al voor de operatie zodat hij alvast kan wennen.